Voordat we onze hersencellen verliezen in de zuipoorden aan de Costa Brava vind ik het een perfect idee om ons cultureel bij te schaven in het hart van Catalonië: Gerona. In dit blog, wederom deel van de Ruta Tarragona, bezoeken we de stad Gerona en zijn prachtige dorpjes in de omgeving. Wist jij dat er een wel héél bekende kunstenaar hier in de regio is geboren?
Gerona: Hangende huizen en spannende bruggen
Gerona is de hoofdstad van één van de vier Catalaanse provincies. En zoals de Spanjaarden dat doen op hun eigen manier wordt deze ook heel origineel Gerona genoemd. De stad ligt ontzettend dicht bij Barcelona (102 kilometer) en de Middellandse Zee, dus je kunt een citytrip naar Gerona gemakkelijk combineren met Catalaanse bestemmingen in de buurt.
De stad is zowel door de Romeinen, de Moren als Karel de Grote veroverd. Die laatste man heeft van de stad en zijn omgeving er een Catalaans graafschap van gemaakt waarna het aan een aantal (Spaanse) koningen werd overhandigd. Tegenwoordig wordt die titel gedragen door Felipe VI van Spanje – Koning van Gerona (en heel heel heel veel andere plekken). Daarnaast is de stad vooral bekend door zijn Joodse gemeenschap totdat de Spaanse Inquisitie in 1492 deze verbood hun religie uit te oefenen. Toch wordt de Joodse wijk van Gerona als één van de mooiste en omvangrijkste van Europa bestempelt, naast concurrerende steden als Antwerpen. Deze veroveringen van de stad zetten de stadsbestuurders tot nadenken en ze bouwden een gigantische stadsmuur rondom het historische gedeelte van de stad (“Barri Vell”). Deze Passeig de la Muralla is maar 1,5 kilometer, dus gemakkelijk om Gerona en zijn achterliggende bergen te bewonderen vanuit dit enorm bouwwerk.
Het historisch centrum ligt voornamelijk op de steile heuvel Caputxins. Ik herinner me nog tijdens ons bezoek aan Gerona dat ik de dag erna goed veel spierpijn had. Het is natuurlijk iets minder steil dan de Pyreneeën van vorige week, maar het gaat om het idee. In het historische centrum zijn verder de originele Arabische badhuizen uit 1194 te vinden, het bekende plein Placa de la Independencia en de prachtige Kathedraal van Gerona. Opgepast! De Kathedraal bereik je (ook) door heel veel trappen te beklimmen, maar het uitzicht over de stad is spectaculair mooi. De eerdere versie van deze Kathedraal werd door de Moren gebruikt als moskee, maar toen zij verdreven werden uit de stad is deze compleet verbouwd. Bezoek ook zeker de gotische kerk Sant Feliu of de benedictijnse kerk Sant Pere de Galligants.
Nu gaan we back to the basics, want Gerona staat voornamelijk bekend door de hangende huizen ‘boven’ de rivier de Onyar. Met de bekende rode brug over die rivier, de Pont de les Peixateries Velles (Eiffel Bridge), heb je spectaculaire uitzichten op het centrum van de stad zoals je in de foto hieronder kunt zien. Ik zou wel in zo’n hangend huisje willen wonen hoor. Verder is Gerona een leuke stad om te bezoeken door zijn vrolijke terrasjes en leuke winkeltjes, dus ga zeker eens koekeloeren in deze Catalaanse (hoofd)stad. Maar probeer niet van de brug te vallen, want dan wordt je broek nat.
Koekeloeren in dorpjes buiten Gerona: surrealistische kunst en legendes
De mensen die mij kennen die weten dat ik niet bepaald een persoon ben die van kunst kan genieten. Maar ik heb altijd wel een zwak gehad voor de surrealistische kunstenaar Salvador Dalí. Misschien komt het door zijn fantastische snor? Zijn Teatre-Museu Dalí – in Figueres – is vanaf de buitenkant al een kunstwerk op zich. Het was voorheen van origine een theater, maar door een zware brand in de Spaanse burgeroorlog raakte het beschadigd. De in Figueres geboren Dalí werd als opdracht gegeven om het theater te renoveren en er zijn eigen draai aan te geven. Dat nam hij iets te letterlijk. Misschien vind ik hem daarom zo interessant, want als je naar zijn werken kijkt denk je gewoon “What the fuck?”. Hou ik van.
Je ziet er niet per se schilderijen, maar ook zeker hologrammen, fotografie, een auto en andere surrealistische verbazingen. Daarnaast is het ook een heel frappant museum omdat er nergens informatie wordt gegeven over Dalí’s werken. Waarom niet? Dalí wilde dat de bezoeker hun eigen interpretaties geeft aan alles wat je tegenkomt en jezelf te laten verwonderen door je eigen surrealistische gedachtes. Zeker wat anders ter vergelijking met het Museo del Prado in Madrid of het Rijks in Amsterdam.
Tijdens onze vakantie naar de Costa Brava bezochten we naast Gerona ook het schattige stadje Banyoles. Waarom? Omdat hier een gigantisch meer is van 2,1 kilometer lang en 750 meter breed. Het is het grootste natuurlijke meer van Catalonië waar je Olympisch kunt roeien (net als tijdens de Spelen in Barcelona in 1992) en zwemmen. Maar eigenlijk vond ik het al leuk genoeg om foto’s te maken en te genieten van alle vissersbootjes die je vanaf het dorpje kunt bekijken.
Naar legendes blijkt dat er in het Banyoles-meer een monster leeft. In de achtste eeuw ontfutselde een Franse monnik Saint Emeterio het monster met zijn gebeden en transformeerde het in een vredig herbivoor. Hoe dat er dan uit moet zien? Geen idee. Wil ik het weten? Nee. Als ik terugkom, durf ik dan te zwemmen in Lago Banyoles? Nee. Het kinderliedje “El Monstre de Banyoles” is daarentegen wel heel leuk om te beluisteren én een bezoek aan Banyoles is een leuke afwisseling van de drukke stranden aan de Costa Brava en de steile stad Gerona.
Al met al is Gerona een ontzettend mooie plek dat fungeert als het cultureel en historisch hart van Catalonië. Althans, dat vond ik wel een leuke titel voor dit blog. Al moet Gerona veel concurreren met zijn grotere broer Barcelona, ik zou ze allebei overwegen om te bezoeken. Misschien niet voor het zeemonster, maar wel voor de gekleurde, hangende gebouwen en het surrealistische stadje Figueres.