Het is alweer een tijdje geleden, maar we varen tegen de stroming van de Europese ader De Rijn in. Rotterdam en Wageningen waren de vorige bestemmingen, maar iets verder van de grens bij Arnhem komen we in het Duitse Ruhrgebied aan. Het Ruhrgebied bevindt zich in de deelstaat Nordrhein-Westfalen dat maarliefst meer inwoners heeft dan ons kikkerlandje zelf. Met grote steden als Keulen, Düsseldorf, Essen, Duisburg en Bielefeld is het bij veel Nederlanders wel een bekende deelstaat. Vooral voor mij als Oost-Brabander is Nordrhein-Westfalen niet heel ver weg. Zeker niet voor de mensen die denken dat Helmond in Limburg ligt. Grrr.
Kerstmarkten en shopping malls zijn hier in overvloed, in ieder geval. Éen op de vijf Duitsers woont in Nordrhein-Westfalen en het is een van de grootste stedelijke gebieden van Europa. Het Ruhrgebiet zelf beslaat een oppervlakte van ruim 4000 vierkante kilometer en ontleent zijn naam aan de rivier De Ruhr. Tijdens het inzakken van de staal- en kolenindustrie werd er voor veel mijnwerkers ander werk gecreëerd, maar de industriële erfenis is toch wel heel interessant voor een (toeristisch) bezoekje aan dit gebied. Oude spoorlijnen zijn omgebouwd tot fietspaden en mijnen en gastanks zijn omgevormd tot toeristische attracties en selfiespots. De stuwende motor van de Duitse industrie is dus sinds de 20e eeuw sterk veranderd en stiekem toch wel een stuk mooier geworden voor mens en natuur.
De Rijn stroomt langs de volgende (grotere) steden in de deelstaat Nordrhein-Westfalen: Duisburg, Düsseldorf, Keulen en Bonn. Tijd om deze vier steden en hun omgeving te verkennen, nietwaar?
Duisburg
Duisburg is een stad waar ik nooit zo enthousiast over ben geweest. Ik ben er tweemaal op het treinstation gestapt om de ICE te nemen naar Berlijn en Stuttgart, maar verder heb ik de fabrieksstad alleen vanuit het autoraampje kunnen bekijken. Het grijzige stadscentrum had in ieder geval geen indruk op mij gemaakt.
De stad waar De Rijn samenvloeit met De Ruhr is op maar liefst een uur rijden van Eindhoven niet super ver. Utrecht is bijna twee uur rijden. Duitsland is na de tweede wereldoorlog zich weer gaan focussen op onder andere de kolenmijlen en de ijzer- en staalindustrie. Tegenwoordig is Duisburg een belangrijke schakel van goederen tussen de Benelux en de rest van Europa/Azië. Hoewel de stad dus op industrieel niveau heel aantrekkelijk is, is dat voor de gemiddelde toerist niet het geval. Er zijn echter wel een aantal leuke dingen om te bezoeken in (de omgeving van) Duisburg:
Landschaftspark Duisburg-Nord is een spectaculair voorbeeldje van herbestemming. Dit voormalige industrieplekje is omgetoverd tot een landschapspark met talloze recreatieve en culturele activiteiten. Er worden concerten georganiseerd, je kunt klimmen langs de voormalige koeltorens en een duik nemen in een Gasometer. Industrieel erfgoed meets de natuur. Als topje van de ijsberg kun je vanaf het hoge platform van Hoogoven Vijf het hele gebied bekijken. Een andere plek waar je heerlijk kunt recreëren is het Rheinpark, aan de rand van de Rijn. Er is hier zelfs een strandje aangelegd waar je de voorbijvarende schepen kunt spotten. Zo wordt industrie stiekem toch wel heel leuk, vooral als dit overal gecombineerd wordt met de mooie natuur in de deelstaat.
Iets wat ik tenslotte een keer in de National Geographic heb gespot, is een bijzondere kunstinstallatie genaamd Tiger & Turtle Magic Mountain. Het is als het ware een achtbaan, zonder karretjes. Je hebt vanaf elke traptrede van de ‘achtbaan’ een ander uitzicht en je kunt op een heldere dag zelfs de stad Düsseldorf bewonderen. Gelijk een mooi bruggetje naar de volgende stad.
Düsseldorf
Düsseldorf is (hopelijk) (waarschijnlijk) bij de meeste van jullie wel een bekende stad. Als modehoofdstad van Duitsland is deze stad zeker aan te doen voor een winkelbezoek, maar de stad is ook zeker aan te raden voor kunst- en muziekliefhebbers. ‘Langs de Rijn’ kun je hier letterlijker nemen dan nooit tevoren, omdat de stad een lange boulevard heeft langs de rivier die je naar de Rheinturm brengt voor een waanzinnig uitzicht. In Altstadt, en voornamelijk de Köningsallee, liggen de meer exclusieve winkels en in deze wijk kun je ook de St. Lambertus(kerk) bezichtigen. Ik zou hier dagen kunnen verdwalen. Niet alleen omdat ik überhaupt altijd de weg kwijt ben, maar omdat het gewoon heerlijk is om jezelf te verliezen in deze stad. Om jezelf al helemaal te verliezen is het leuk om deel te nemen aan een van de Altbier Safaris, waarbij je een aantal uur langs lokale barretjes strompelt in een groepje om de verschillende lokale Altbier te proeven. Hopelijk vind je hierna wel de weg terug naar je hotelletje.
Het beste aan deze stad is ook dat het niet heel toeristisch is, zoals Berlijn of Keulen. Düsseldorf is gewoon een prettige, leefbare stad, waar ik stiekem toch wat vaker naartoe zou willen gaan. Ook al is de stad niet meer gevuld met oude traditionele gebouwen zoals Rome, Antwerpen of Sevilla (because oorlog) valt het postmodernisme ook sierlijk op het netvlies.
In het zuidelijke deel van de stad ligt het Schloss Benrath. Hierin is het Museum voor Natuurlijke Historie gevestigd en kun je de mooiste insta-kiekjes nemen in de bloemenvelden die het slot omsluiten. Een toch wat fijner idee dan een gracht gevuld met enge krokodillen.
Keulen
Waar Düsseldorf de modehoofdstad van Duitsland is, is Keulen dé mediahoofdstad van onze oosterburen. Daarnaast is deze enorme stad ook een centrum voor industrie, handel en kunst, aan beide zijden van de Rijn. De Dom van Keulen is het meest imposant van de stad. Vanuit de Hauptbahnhof loop je binnen tien minuten tegen dit mega grote bouwwerk je ogen uit te kijken. De 157 meter hoge gotische torens van de Dom kun je vanuit heel het centrum van Keulen zien uitsteken. Handig voor als je bent verdwaald, toch? Dit bouwwerk was geïnspireerd op de kathedralen van Noord-Frankrijk en was bij voltooiing het hoogste gebouw van de wereld in 1880 (sinds de bouw van start ging in de 13e eeuw).
Keulen dateert uit de Romeinse tijd en de middeleeuwen en dat zorgt ervoor dat je snel kunt verdwalen in de organische straatjes vanaf de Dom. De belangrijkste winkelstraat is de Hohe Strasse, van waaruit je het oude stadscentrum en de Rijn kunt bezoeken. In dat oude stadscentrum, Altstadt, zijn ontiegelijk veel restaurantjes en winkels te vinden.
Tip: Tussen Keulen en Bonn ligt het prachtige pretpark Phantasialand. Met zijn spannende attracties en leuke thema’s is dit park wel degelijk het bezoeken waard. Er is onlangs ook een nieuwe achtbaan geopend, “Fly”, en mijn collega’s zeggen dat die echt onwijs gaaf is om te bezoeken. Ik ga wel met je mee! Dan kunnen we achteraf (na covid) een heerlijk terrasje pakken in het Belgisches Viertel, Keulen.
Bonn
Last but not least, Bonn. Bonn kende ik voornamelijk als de vorige hoofdstad van (West-)Duitsland en hierdoor is er ook veel historie te vinden. Maar ook HARIBO (de ‘bo’ staat voor Bonn) is hier opgericht in 1920. Haribo macht Kinder froh, ofzo.
Men zegt ook wel dat hier het romantische stuk van de Rijn begint. En dat stukje kun je het beste beginnen te ontdekken in de Rheinaue. Dit gigantische park ligt vlak naast de Rijn en hier kun je in de zomer heerlijk barbecueën en er zijn talloze festivals. Als je Bonn intypt in de zoekmachine komt dhr. Ludwig van Beethoven gelijk naar voren. De beste man is hier geboren en wordt gezien als dé componist uit Duitsland. Niet voor niets dat alle toeristische websites gerelateerd aan Bonn zich profileren als ‘The City of Beethoven’.
Dat romantische stuk van de Rijn, dus eigenlijk het deel waar het industriële Ruhrgebied een beetje wegvaagt richting het zuiden, is ook de toegangspoort tot een van de wijnregio’s van Duitsland. Je kunt hier op wijntour gaan in het Ahrtal, waar voornamelijk heerlijke Pinot Noirs en Portuguais Bleu druiven worden gecultiveerd. Niet heel veel verder kun je je een echte prinses voelen bij het Drachenburg Castle, in Königswinter. Zet je tiara maar op en probeer de hertjes maar te roepen. Bonn is een prachtige stad om je mini-vakantie in dit deel van Duitsland te eindigen in alle rust.
Hoewel Duitsland zoveel meer te zien en te doen heeft, laat ik het voor nu bij deze vier steden. De titel spreekt namelijk ook van “Langs de Rijn”. Ik besef me wel steeds meer en meer dat ik naast Zuid-Europese landen, zoals Spanje en Italië, ook een lichte fetish ben gaan vormen voor landen als Duitsland, Denemarken en Oostenrijk. Tijd om ook deze prachtige bestemmingen een plek te geven op Kaaskop Abroad. Stay tuned en tot snel lieve lezer!
