In mijn eerdere blog heb ik jullie op de hoogte gesteld van alle insidertips in Valencia voor een citytrip. Maar mocht je langer de tijd hebben, bijvoorbeeld drie maanden voor de leuk, dan kunnen we dat lijstje wat langer maken met een aantal prachtige bestemmingen. Valencia heeft de laatste jaren meer populariteit gewonnen, maar de stad en haar omgeving zijn gelukkig (nog) niet aan het transformeren in massatoeristische plekken als Barcelona of Benidorm. ¡Vamos!
Port Saplaya
Laten we dichtbij de stad Valencia beginnen. Binnen 40 minuten kun je vanuit het hart van Valencia met het openbaar vervoer reizen naar het kustdorpje Port Saplaya. Het is ook mogelijk om lopend de stad te verkennen, maar na het horen van de verhalen van twee vriendinnetjes (ja meiden, jullie weten dat ik het over jullie heb) is een plattelandstour niet aan te raden. Wat wél aan te raden is: fiets via Playa Patacona naar Playa Saplaya en geniet van de heerlijke zoute bries door je wilde lokken (of kuif).
Port Saplaya is een havenstadje, dat ook wel klein Venetië wordt genoemd. (maar dan zonder die vele toeristen en de valse gondelzangers). De kleurrijke huisjes aan het water kunnen je niet vrolijker maken dan dat je al was! Er is een jachthaven, twee publieke stranden en je kunt er een duik nemen in het buitenzwembad Piscina Port Saplaya. Zelf ben ik tijdens de lunch in Port Saplaya geweest. Ik raad daarom aan om cocktails te drinken bij Bistrot Port Saplaya. Het was eigenlijk de bedoeling om een lekkere lunch te bemachtigen, maar het was al na twee uur, dus een cocktail kan dan natuurlijk ook niet ontbreken. Struin daarna nog even langs de boulevaard, of leer te paddleboarden bij Club Nautica. Je kunt de website bezoeken voor de prijzen.
Xátiva (Jativa)
Xátiva is een stadje in het heuvelland van Valencia, 60 kilometer verwijderd van de provinciale hoofdstad. Het dorpje Xátiva is verder niet heel spannend, maar het kasteel (eigenlijk de twee kastelen) bovenop de heuvel is zeker het bezoeken waard! Door de strategische ligging van het kasteel kon vroeger de Romeinse Weg (Via Romana)
goed in de gaten worden gehouden. Mocht je met je eigen auto door de stad de heuvel wil op rijden, laat je dan niet door je eigenwijze vader vertellen dat je een straat in moet rijden die uiteindelijk doodloopt. achteruitrijden in de nauwe bergstraatjes is gewoon niet te doen. Ik spreek uit ervaring. Paniek! Het kasteel heeft een toegangsprijs van 2,40 EUR per persoon.
L’Albufera
Nee, nee, het is geen Valenciaanse variant van het Portugese partystadje Albufeira. Drinken kun je in ieder geval – gelukkig genoeg – op ontzettend veel plekken in Valencia zelf. L’Albufera is een natuurgebied met rijstvelden, vissershuisjes, pittoreske dorpjes en ontiegelijk veel vogels. In mijn vorige post over Valencia heb ik verteld dat de lekkerste paëlla te eten is aan het strand van Valencia. Maar, in het park l’Albufera kun je nóg lekkerdere paëlle verorberen!
Doordat het rijstgebied rondom l’Albufera ligt – met rijst als basisingrediënt van de paëlla – zijn hier de meest authentieke gerechten voor de tradicionele paëlla te vinden. In het dorpje El Saler kun je daarom overal terecht voor een verrukkelijk gerecht. (Het is bijna Sinterklaas, dus rijmen is acceptabel).
Om naar het dorpje El Saler te geraken is de bus of de auto de snelste optie. Maar je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om 12 kilometer te fietsen.
L’Albufera is het grootste zoetwatermeer van Spanje, misschien wel van Europa, waar je een boottochtje over kunt maken. Ik raad aan om zo’n tochtje te maken wanneer de zon opkomt óf juist ondergaat. Zo krijg je de allermooiste foto’s voor Instagram. Vanuit het dorpje El Palmar zijn er een aantal bedrijfjes gevestigd die deze tochten aanbieden. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon een stukje wandelen en genieten van de natuur! Vergeet eventjes de stadse drukte en die kabaalmakende Spanjaarden.
Tip: Verrassend Valencia biedt tours aan naar -en in het gebied van l’Albufera. Check hun site maar eens uit!
Peñiscola
Peñiscola was de eerste excursie die ik in 2016, en later ook met mijn ouders met de roadtrip in 2017, heb gemaakt. Ik kende nog niet veel mensen op mijn Spaanse taalschool, dus schreef ik me maar in om met een zestal Chinezen, een Duitser, een Zuid-Koreaanse en een Turkse in een bus te stappen naar Peñiscola. Peñiscola is een schattig stadje aan de kust met een ontzettend groot kasteel op de rots van Peñiscola. Je kunt een aantal delen van het kasteel gratis bezoeken. Loop op z’n minst door de straten met witte huisjes de berg op, want het uitzicht is schitterend!
Peñiscola is een bekende filmlocatie voor Game of Thrones. Ik kijk de serie zelf niet, maar er blijken veel fans te zijn. Dus ga! Maar als je net als ik gewoon eventjes de zoute geur van de zee wil opsnuiven en wil bakken op het gigantisch lange strand, dan moet je ook zeker Peñiscola bezoeken.
Kortom, vier fantastische bestemmingen om je (lang) bezoekje aan Valencia nog leuker (en avontuurlijker) te maken!
