Baskenland “Euskadi” is van vroeger af aan al een historische provincie, dat zich uitstrekt langs de Franse (Pyrénées-Atlantiques) en Spaanse (Baskenland en Navarra) kust van de Atlantische Oceaan. De Basken zijn het volk in Europa met een onverstaanbare taal (Euskera), een unieke cultuur en een onofficiële onafhankelijkheid. De oorsprong van de Basken is nog louter mysterieus. Hun taal is zo afwijkend van bestaande talen, waardoor de Basken niet worden toegerekend tot de bekendere Germanen of Kelten. Wat we wel weten, is dat de Basken in de Romeinse tijd met succes weerstand boden tegen de Romeinen. Ze hebben later ook invallen van de Visigoten en de Moren volledig kunnen verhinderen, totdat het in 1093 onderdeel werd van het Koninkrijk Castilië. De Basken behielden tot aan 1876 hun eigen wetten, cultuur en bestuur; Toen besloot Koning Alfons de Zevende de Basken de Spaanse taal en cultuur over te nemen. Dat werd versterkt onder de dictatuur van Franco: talen anders dan het Spaans mochten niet gesproken of onderwezen worden en boeken in het Baskisch werden in de fik gesproken en radio-uitzendingen mochten alleen Spaanstalig zijn. Tegenwoordig is het Spaans-Baskenland verdeelt over de Spaanse autonome provincies Baskenland en Navarra. Het Baskisch is een officieel- erkende taal, maar soms zijn er nog wel wat spanningen tussen Madrid en Victoria-Gasteiz… (de ETA).
Met steden als Bilbao, San Sebastian en Vitoria-Gasteiz is er altijd wel iets te beleven. En ik moet zeggen, dat de Baskische keuken misschien nog wel interessanter is dan de Andalusische tapas. Mijn gezin en ik bezochten San Sebastian (Donostia in het Baskisch) tijdens onze roadtrip door Spanje in 2017. Ik had al veel gezien van het land, maar was nog nooit in het groene noorden van Spanje geweest. De autonome provincie heeft me oprecht verrast en we gaan vandaag eens op onderzoek uit welke elementen in die verrassing een rol speelden. Daar gaan we dan, dames en peren!
San Sebastian – Donostia

De stad San Sebastian (Donostia) was onze uitvalsbasis tijdens onze stop in het Spaanse ruige noorden. De stad is gelegen aan een enorme baai en heeft één van de gaafste stranden van Europa – Playa de la Concha. Ook het Playa de Ondarreta ligt aan de prachtige baai en geeft direct toegang tot de vele restaurantjes aan de promenade. Het groene noorden van Spanje is niet voor niets groen. Dat komt door de vele regenbuien die in dit gebied kunnen vallen. Dus als het zonnig is, ren dan z.s.m. naar één van de stranden aan de Golf van Biskaje. Als je iets verder de stad uit trekt, kom je aan bij het prachtige strandje La Zurriola. Hier is het ook wat minder druk dan op de stadsstranden van San Sebastian zelf en kun je urenlang genieten van het uitzicht op knappe windsurfers. Daarover gesproken; de Baskische kust is ideaal om te surfen, dus huur zeker een surfboard en duik het heerlijke water in. Langs de kust van San Sebastian stuit je in het westen van de stad op een architectonisch hoogstandje – namelijk het ‘Congres Paleis en Auditorium Kursaal’. In het donker is dit gebouw prachtig verlicht en hoor je de golven tegen de kade aan ketsen. Als je daar nog niet van tot rust komt, raad ik je aan om een muziekoptreden te bezoeken binnen het Kursaal.
Aan beide zijden van de baai liggen een aantal heuvels die het uitzicht vanuit de stranden uitzonderlijk maakt. Met name Monte Urgull laat je een compleet andere kant van de Spaanse kuststad zien. Voorheen had Urgull een militaire status, maar het toerisme bleek toch iets sterker te zijn dan de militaire macht. Tegenwoordig kun je hier heerlijk naartoe wandelen en genieten van het spectaculaire uitzicht. Ook de andere heuvel – Monte Igueldo – is een prachtige plek om te wandelen. Mocht je onverhoopt toch te veel spierpijn in je billen hebben, kun je hier gelukkig een kabelbaan naar boven nemen.
Je kunt aan met name de architectuur (en de huurprijzen) zien dat San Sebastian een rijke stad is. Vroeger was dit namelijk dé vakantiebestemming voor de rijkere Spanjaarden. Het ligt vlakbij de grens met Frankrijk en de gunstige ligging ten opzichte van het water heeft een grote rol gespeeld in de geschiedenis van de stad. Maar dat betekende ook dat iedereen heel graag deze strategische positie van de stad in handen wilde krijgen. Gelukkig is de rust nu weer teruggekeerd en kun je in de vele pittoreske straatjes een aantal pintxos verorberen. Met name is het Miramar Palace vrij opvallend. Dit gebouw werd pas in 1893 gebouwd toen de Spaanse koninklijke familie daar opdracht toe gaf. Tegenwoordig is dit gebouw onderdeel van de Universiteit van Baskenland, maar kun je het gebouw wel bezoeken. Ook het historisch centrum van San Sebastian is het bezoeken waard. De kronkelende weggetjes leiden je langs de historische gebouwen naar de rivier Urumea. Er zijn veel verschillende moderne winkels en restaurants; vergeet daarom ook niet een pintxobar te bezoeken! De lekkernijen worden allemaal op een stokbroodje met een prikker (pincho) geserveerd. Je pakt ze gewoon van het bord van de ober, verteert ze lekker door de maag en niet veel later telt de ober aan de hand van het aantal pinchos de rekening. Easy peasy!
Daarnaast zijn het stadshuis en voormalig casino (Ayuntamiento de San Sebastian), het Plaza de la Constitución en de basiliek de Santa María del Coro heerlijke bestemmingen om te bezoeken. En vergeet dus zeker niet om elke pintxobar even te bezoeken, want de biertjes zijn hier vaak niet zo duur.
Bilbao
De grootste stad van de autonome provincie Baskenland is het majestueuze Bilbao. Voorheen was deze stad helemaal niet mooi, maar met de komst van het spectaculaire Guggenheim Museum en het daardoor aantrekken van horecaondernemers en investeerders is de stad zeker leuk om te bezoeken. Het grappige aan Bilbao is dat het in 1300 door Diego López V de Hare werd gesticht als officiële stad, maar het toen maar letterlijk drie straten had. Het inwoneraantal bleef een aantal jaren op de subtiele 3000 mensen, maar toen de haven van de stad in 1511 aan populairiteit won, groeide ook de economische positie van de stad. Rond het eind van de vorige eeuw begon Bilbao pas een aantrekkelijke stad te worden, mede door de investeringen die in de stad werden gedaan zoals de bouw van het Guggenheim.
Het Guggenheim is daarbij ook hét gezicht van de stad. Zijn broertjes liggen in New York en Venetië, maar alleen het Guggenheim van Bilbao heeft faam gemaakt in de architectuur met het ‘Bilbao-effect’. Het gebouw is gebouwd in de decontructivistische stijl en dat betekent als het ware dat verwarring en onzekerheid geprobeerd wordt uit te drukken door de architect. Daarnaast staan er om het museum heen een aantal gave kunstwerken, dus je hoeft het museum zelf niet eens per se van binnen te bekijken.
Net als San Sebastian heeft Bilbao een historisch centrum. Hier vind je dan ook de drie straten waarmee de stad begon. Uiteindelijk werden dit zeven straten ‘Las Siete Calles’ en kun je hier een leuke rondleiding volgen. Daarnaast kun je in het Casco Viejo (binnenstad) de Santiagokatherdraal bezoeken en liggen hier hele gezellige barretjes en heerlijke restaurants. Ook het Plaza Nueva ligt in het hart van de stad. Hier wordt regelmatig een markt georganiseerd en kun je heerlijk een rondje huppelen. De markthal Mercado de la Ribera is één van de grootste overdekte markten van Europa en hier kun je een heerlijke lunch bij elkaar sprokkelen. Ook vanuit de buitenkant is de martkhal waanzinnig om aan te zien. Het operagebouw van Bilbao – Teatro Arriaga – is ook al een majestueuze plek om op je camera vast te leggen.
Bilbao is ook een belangrijke stad in religieuze zin, omdat ze op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella ligt. Kerken kunnen hier dus niet zomaar ontbreken. De Basilica de Begoña ligt net buiten de Casco Viejo op een heuvel en is echt spectaculair. Alsof je zo de middeleeuwen binnenloopt. Ben je toch meer een aanbidder van de zon? Dan heeft Bilbao ook nog een aantal stranden. Met name het Playa de Plentzia is een aanrader en dit strand is ook nog eens te bereiken met de metro van Bilbao. De groene heuvels en grove rotsen schetsen het ruige karakter van het noorden uit. Het is hier echt niet weggelegd voor watjes.
En die waaghalzen kunnen het beste hun ei kwijt op de heuvel van Artxanda (of in de kroeg met de ruige Basken zelf). Vanaf hier heb je een waanzinnig uitzicht op de stad en de glooiende groene heuvels op de achtergrond. Durf jij over de afgrond te kijken? En als je dan toch bezig bent, kun je het beste over de rivier Nervión kanoën. Vroeger was dit een groot goor rioolstelsel, maar het water is flink opgefrist. Mocht je uit je kano vallen, hoef je je geen zorgen te maken over de viezigheid die in het water zit.
Costa Vasca: Langs de ruige Baskische kust

Naast de steden Bilbao en San Sebastian ligt de stad Victoria-Gasteiz iets verder het land in. Deze stad is ook leuk om te bezoeken met een dagtripje, maar vandaag blijven we toch iets meer aan de Baskische kust. We volgen namelijk de ruige zee en ontdekken hier de spannendste en indrukwekkendste plekken die Baskenland kent.
Op nog geen 50 minuten rijden van Bilbao ligt het schiereiland San Juan de Gaztelugatxe. Zo gek zoals je het woord schrijft, zo indrukwekkend is deze bestemming. Het is een Baskisch rotskasteel dat alleen via een eeuwenoude trap te beklimmen is. Bovenop het schiereiland – dat door een korte landstrook is verbonden met het vasteland – is een klein kerkje gebouwd. Je moet vooraf entreekaartjes kopen via de officiële website van de Baskische overheid, maar het is echt de moeite waard. Hier zijn ook een aantal opnames gemaakt voor de serie Game of Thrones. Het staat daarom ook wel bekend als ‘Dragonstone’. Een andere plek langs de kust is het stadje Lekeitio. En waarom? Het is simpelweg een typisch Baskisch vissersdorpje waar je heerlijke lokale pintxos kunt eten en een biertje kunt drinken. Ook de badplaats Zumaia is het bezoeken waard. Het is hier nooit toeristisch druk en de gouden stranden, groene heuvels en blauwe zee spelen in prachtig contrast met de grijze rotspartijen in het landschap. Wat een plaatje.
Het langste strand aan de Costa Vasca ligt naast San Sebastian en heet Zarautz. Het strand is 3 km lang en hier kun je heerlijk surfen. Je kunt wel beter richting de Golf van Biskaye blijven kijken, want het stadje zelf is louter lelijk. Als je de N634 volgt, kom je uit in het vissersdorpje Getaria. Dit stadje heeft een levendige haven en een prachtig uitzicht vanaf de heuvel Monte San Antón. Vanaf de dorpen ten westen van Deba wordt het landschap steeds ruiger en ketst de Atlantische Oceaan niet heel subtiel meer tegen de gigantische rotsen aan. Last but not least is het stadje Gernika interessant om te bezoeken. Hier heeft de Spaanse schilder Picasso zijn meesterwerk La Guernica op geïnspireerd. In het stadje Gernika staat verder hét symbool van de Baskische politieke identiteit. Er staat hier namelijk een eik waar de Heren van Bizkaia in de middeleeuwen de gelofte aflegden in de privileges van de Basken te waarborgen.
Iets ten westen van Bilbao raad ik je aan om te stoppen in het Bosques de Oma, vlakbij het plaatsje Oma. Ook ik dacht eerst dat dit een plek was waar alle oma’s naartoe werden gebracht voor een bejaardenvakantie, maar het blijkt gewoon een normaal dorpje te zijn. Het enorme bos is rijk aan alle kleuren groen die je kunt bedenken en de bergen op de achtergrond zorgen voor een prachtig spel van natuur en dorp. Als je nog meer natuur wilt ontdekken, is het aangrenzende ecologisch reservaat Urdaibai enorm leuk. Het is in principe een moeras waar de rivier Oca doorheen slingert. In het Bird Centrum krijg je alles te weten over de vogels in het gebied en kun je urenlang wandelen in het enorme reservaat.

Dit deel van Spanje is ideaal om te combineren met de andere autonomische regio’s van España Verde (het groene Spanje) Cantabrië, Asturië en Galicië. Maar het is ook leuk om Baskenland te combineren met de gehele culturele regio van de Basken (Navarra en Frans-Baskenland) of juist met de heerlijkste wijnen uit La Rioja. Echter, Baskenland heeft wat mij betreft alles wat een reisbestemming je kan bieden. Een heerlijke keuken, stoere mannen en vrouwen en een kustlijn waar je U tegen zegt. Het is alleen lastig dat het Baskisch zo moeilijk te lezen en schrijven is, maar dat houdt gelukkig het brein jong. Ik weet wel wat houdoe in het Baskisch is, dus laten we daar dit blog mee afsluiten. Agur!