Ik ben nu ongeveer weer gesetteld in Nederland, maar verlang natuurlijk om weer eens een mooie reis te gaan maken. Helaas heeft mijn scriptie net als de gemiddelde hond veel aandacht nodig en kan ik momenteel alleen reizen via mijn blogs. Ik heb wel een hele mooie bestemming voor jullie uitgekozen deze keer en dat zijn de Italiaanse meren in het noorden van Italië. Daarnaast wil ik ook wat meer verdiepen in het land van de pizza, pasta en oude kunststeden, dus binnenkort meer. Enfin, we gaan beginnen!
We ontdekken een vijftal aan Italiaanse meren van links naar rechts. Je kunt er een eigen roadtrip van maken om het beste van alle meren te ontdekken (Reisadvies op Maat), of je kunt ervoor kiezen om één meer van binnen en buiten te ontdekken. De meren zijn in ieder geval gemakkelijk te ontdekken vanuit de grotere Italiaanse steden Milaan en Verona (zelfs met de trein), maar ook door de ligging zijn ze goed te bereiken met de auto vanuit ons kikkerlandje. De omliggende Alpen zorgen in ieder geval ten alle tijden voor een spectaculaire achtergrond óf een nog mooier uitzicht op de meren zelf. Lago Maggiore, Lago di Lugano, Lago di Como, Lago d’Iseo en Lago di Garda wachten al op je. Lees je mee?
Lago Maggiore
Het eerste meer dat we bezoeken is Lago Maggiore. Het meer is zo’n 65 kilometer lang en 370 meter diep, dus je zult veel adem in moeten houden om het héle meer te ontdekken. Sorry, ik heb de lolbroek weer aan. Het meer is best speciaal, omdat het in de Italiaanse provincies van Piemont en Lombardije ligt, maar ook voor een klein deel in de Zwitserse deelstaat Ticino. Hier ligt namelijk het Zwitserse plaatsje Locarno. Mijn suggestie is om de trein van het bedrijf Vigezzina Centovalli te nemen en vanuit Domodossola in twee uur in Locarno uit te komen. Je hebt vanuit de trein een fantastisch uitzicht op het Lago Maggiore en de heuvels rondom het meer. Neem wel wat Zwitserse franken mee, want je kunt er niet met de euro betalen.
Verder liggen de oevers van het Lago Maggiore vol met oudere villa’s en torens, die zijn afgewisseld met de kleurrijkste tuinen. Mocht je een beetje genoeg hebben van het vasteland kun je een ferry nemen naar de Borromeïsche Eilanden Isola Bella (mooi eiland) of Isola dei Pescatori (vissersmaneiland). Tegenwoordig vissen ze iets meer toeristen hun geld dan vissen, maar het blijven twee pareltjes midden op het gigantische Lago Maggiore.
Lago di Lugano
We blijven nog eventjes in de Zwitserse sferen, want het tweede meer – Lago di Lugano – ligt voor maar liefst twee derde in Zwitserland. Het is ‘maar’ 35 km lang en 288 meter diep. Zoals de naam van het meer al omschrijft, ligt het Zwitserse plaatsje Lugano aan de noordoever van het meer te shinen. Vanuit de Zwitserse oevers staan een aantal kabelbanen voor je klaar om je gelijk naar de bergen te brengen. Hier vind je twee uitzichtspunten op respectievelijk de bergen Brè (925m) en San Salvatore (912m). Ook vanuit de Italiaanse oevers kun je de bergen in klimmen. Bezoek bijvoorbeeld het panoramarestaurant op de Monte Generoso op zo’n 1300 meter.
Het meer wordt ook wel “ceresio” genoemd, dat blauwer dan de lucht betekent. Wist je dat er een Italiaanse enclave in Zwitserland ligt? De stroom komt uit Italië, maar door de munteenheid (Zwitserse frank), Zwitserse kentekens en prijzen lijkt het net Zwitserland.
Lago di Como
We zijn halverwege op onze reis langs de Italiaanse meren en zijn misschien wel bij de meest bekende aangekomen. Lago di Como heeft een Y-vorm, waardoor het net een fjord lijkt. Veel films werden in de omgeving van dit meer opgenomen, maar nog meer filmsterren hebben hier een tweede huis gekocht. Misschien kom je George Clooney wel tegen! Veel van de villa’s langs de oevers lijken net paleizen, en ook hier zijn deze afgewisseld met kleurrijke tuinen en standbeelden. Bezoek ook zeker de pittoreske dorpjes van Bellagio, Como of Lecco, want die kun je niet missen. De drie dorpjes hebben zeker hun charme niet verloren sinds de tijd dat de aristocraten in de Renaissance al het Lago di Como bezochten. En mocht je een filmster tegenkomen, stuur dan alsjeblieft een selfie?
Lago d’Iseo
Lago d’Iseo is misschien wel het minst bekende en kleinste meer van de Italiaanse meren, maar het is zeker niet te missen. Met zijn 25 kilometer lengte herbergt het Lago d’Iseo het eilandje Monte Isola, waar maar liefst 1800 inwoners wonen. Je kunt het eilandje in maar liefst vijfeneenhalf uur bezoeken én de top van 600 meter zelfs bezoeken. Wist je dat kunstenaar Cristo ooit het project “The Floating Piers” heeft gebouwd om een landbrug van Monte Isola naar het vasteland te vormen? Helaas bestaat die niet meer, dus ik raad je aan om een ferry te nemen of een stuk te zwemmen.
Lago di Garda
Last but not least bezoeken we het Lago di Garda. Hier verbleven mijn gezin en ik zo’n vijftien jaar geleden dicht bij het dorpje Peschiera del Garda in Gasparina Village. Het schiereilandje Sirmione ligt hier om de hoek en ik raad je zeker aan om dit sprookjesachtige stadje met zijn schildrachtige steegjes te bezoeken. Er schijnt hier ook een zwavelhoudende bron te liggen in Boiola, vandaar dat je zeker een kuuroord tegen zult komen. Pretpark fan? Bezoek Gardaland waar je zelfs met Peppa Pig op de foto kunt.
Het Gardameer is daarnaast het zuidelijkste meer van de broertjes, waardoor aan het meer palmbomen en andere Mediterrane planten te vinden zijn. Het ligt als het ware op de grens van waar de besneeuwde Alpentoppen in het Middellandse Zeegebied lopen, dus hier heb je sowieso de meeste afwisseling: Je kunt er wandelen, bergbeklimmen, funboarden, zeilen, fietsen en veel meer. Hou je sowieso van wandelen? Dan raad ik je aan om de Sentiero del Ponale te wandelen richting de watervallen in de Valle di Ledro. Toch wat meer ontspanning? Maak dan een lungolaghi, een wandeling langs het water.
Hopelijk heb je nu een prima beeld over de vijf verschillende Italiaanse meren en kun je de perfecte keuze maken welke je het liefst wil bezoeken. Of allemaal, waardoor je het beste van de regio in je reis naar boven kunt halen. Klopt jouw hartje al naar meer meer?
