Zoals iedereen nu wel weet, is Kaaskop helemaal verliefd op Spanje. Er is namelijk zoveel te zien, te ontdekken, te proeven en te beleven. De Pyreneeën en de Sierra Nevada wisselen het landschap af met de gigantische steden en pittoreske dorpjes in het Spaanse landschap. Maar voor veel Nederlanders zijn de Spaanse costas toch wel dé reden om Spanje te bezoeken, en dat begrijp ik als geen ander. Van noord naar zuid en van oost naar west; Er is overal wel een strand te vinden om te flaneren, te zonnen of te zwemmen tijdens je vakantie in Spanje.
In dit blog neem ik jullie mee langs de verschillende costas die Spanje rijk is. We beginnen bij de Franse grens (Costa Brava) en reizen in korte tijd richting de Costa de la Luz. Daarna ontdekken we de noordwestkust en de Spaanse eilanden. Lees je mee?
Catalaanse costas: van zuipoorden tot vissersdorpjes
Het zijn misschien wel de bekendste costas in Spanje die rondom de gigantische miljoenenstad Barcelona liggen: Costa Brava, Costa del Maresme, Costa Garraf en Costa Daurada. Vanuit de Franse grens begint de Costa Brava en hier vind je de mooiste, pittoreske vissersdorpjes langs de rotsachtige kust. “Costa Brava” betekent ruwe kust, en daar is niets aan gelogen. De stranden zijn hier korrelig en de kust loopt er snel af, dus de manier waarop je uit het water paradeert is hier meestal niet zo sexy. Toch komen er veel toeristen om de verschillende feestplaatsen zoals Lloret de Mar en Blanes te trotseren. Met een kater kun je dan heerlijk uitrusten op de mooie stranden van de Costa Brava.
Het stuk tussen Blanes en Barcelona wordt de Costa del Maresme genoemd. Hier kun je elke badplaats met de trein bezoeken, want die rijdt er elk half uur. Met plaatsen als El Masnou, Santa Susanna en Calella is een vakantie aan de Costa del Maresme altijd een heerlijke toevluchtsoord. Wil je toch wat meer dynamiek om je heen? Dan is de metropool Barcelona om de hoek te vinden. De Costa del Maresme is ideaal voor degenen die graag een of twee dagen Barcelona willen bezoeken, maar er niet per se hoeven te slapen.
Na een dag in Barcelona te zijn geweest, bezoeken we het natuurpark Garraf aan de gelijknamige kust – Costa Garraf. We bezoeken Sitges voor een heerlijke lunch en eindigen in de kustplaatsen aan de Costa Daurada. Dit is de gouden kust van Spanje en hier liggen mijn lievelingsstranden: Ze zijn breed, lang en, op de juiste tijdstippen, niet te druk. Met Coma-Ruga, Altafulla, Tarragona en Salou zijn er tal van badplaatsen waar je je vakantie kunt vieren.
De costas van Valencia en Murcia: idyllische afwisselingen
We verlaten Catalonië en ontdekken de vier costas van Valencia. Costa de Azahar is niet per se een bekende costa voor ons als toeristen, want hier komen voornamelijk vakantiegangers uit Madrid. Je vindt er daarom niet veel grootschalige toeristische activiteiten. Benicassim is een badplaats die ik je zeker kan aanraden na onze vakantie van afgelopen maand. En ook Peñiscola, bekend als filmlocatie van Games of Thrones, is het waard te bezoeken. Ook vanuit hier ben je gemakkelijk en snel in een miljoenenstad, en dat is de sinaasappelstad van Valencia. Huur een fiets en fiets vanuit de Turia-tuinen richting de gigantische kustlijn van Valencia. Je kunt zowel Port Saplatja als het zoetwatermeer Albufera bezoeken.
Niet veel verder reizen we langs de heuvelachtige kustlijn van de Costa Blanca. In het noorden van de Costa Blanca liggen de schattige dorpjes van Calp, Xavia en Denia. In het zuiden kun je je vakantie aan de Costa Blanca afmaken in de toeristische steden van Benidorm en Alicante. Een combinatie van het relatieve rustige noorden, waar je zeker de rots van Calp moet beklimmen, en het wat drukkere zuiden is ideaal.
Dan komen we uiteindelijk aan in de Spaanse deelstaat van Murcia. Hier ligt de Costa Cálida. Dat betekent “warme kust”. Met steden als Murcia en Cartagena is deze kustlijn nog niet heel bekend. Dus ik raad je zeker aan om de Costa Cálida te bezoeken en te genieten van alles wat Murcia te bieden heeft.
Andalusische costas: flamenco aan zee
De Andalusische kustlijn is het bekendst door de Costa del Sol, waar badplaatsen als Málaga, Torrox, Torrevieja en Marbella liggen. Maar ook de onbekendere kustlijnen van de Costa de Almería (Almería), Costa Tropical (Granada) en de Costa de la Luz (Cádiz/Huelva) raad ik je aan om te bezoeken. Vanuit de Sierra Nevada kijk je op de waanzinnige kuststrook van de Costa Tropical uit, waardoor je binnen één dag op de skilatten kunt staan en erna nog een duik kunt nemen in de Middellandse Zee. De Costa del Sol is een perfecte vakantiebestemming en zeker leuk om te combineren met een dagtripje naar de Britse rots Gibraltar. Wil je toch liever een fietstocht maken langs de kustlijn van Cádiz, wat heel veel weg heeft van de Cubaanse stad Havana, dan raad ik je aan om de Costa de la Luz te bezoeken tijdens je vakantie naar Andalusië. Dit deel is ook gemakkelijk te bereiken via de vierde stad van Spanje – Sevilla – waar je het ritme van de Flamenco kunt volgen.
De ruwe noordkust van Spanje
Het noorden van Spanje wordt vaak “España Verde” genoemd, omdat het er wat vaker regent en het daardoor groener is dan de rest van Spanje. Galicië heeft een rotsachtige kust, de Costa da Morte (de kust van de dood). Er zijn gigantische rotsformaties, of “Spaanse fjorden, te vinden waardoor je lastig de zee in kunt lopen, maar er zijn ook veel witte zandstranden waar je lekker kunt zonnen (als het minder regent). Je kunt gemakkelijk vanuit de steden Pontevedra, A Corunha en Vigo de kuststrook bezoeken. Of na het lopen van de Camino de Santiago is de Costa da Morte ook een heerlijke afsluiting van jouw pelgrimstocht.
Iets ten oosten van de Spaanse deelstaat Galicië liggen Asturias en Cantabrië. Deze kuststrook is ideaal te combineren met een wandeltocht door de Picos de Europa of een bezoek aan de Spaanse steden Santander of Gijón. Ook hier is de kuststrook kenmerkend groen en rotsachtig. In combinatie met het blauwe water van de Baai van Bizcay kun je hier heerlijk vertoeven. Een nadeel: Het is er wat minder zonnig dan aan de zuidelijkere costas van Spanje.
De laatste costa die we bezoeken op het Spaanse vasteland is de Baskische kust. De steden Bilbao en Donostia/San Sebastian kun je hier gemakkelijk afwisselen met een bezoek aan de schattige strandplaatsjes. In het ‘ruige’ noorden kun je de heerlijkste pintxos eten na een fantastische stranddag met een Baskisch tintje.
De Balearen
De kust van de Balearische eilanden is natuurlijk heel anders dan die van op het vasteland. Witte zandstranden worden hier veelal afgewisseld met honderden calas, kleine baaitjes omringd door rotsen. Ervaar de hippie-vibe op Ibiza of zuip een bierpul in de Duitse kroegen op Mallorca. Je kunt natuurlijk ook de rustige, idyllische stranden opzoeken van de eilanden Menorca en Formentera. Er is op de Balearische eilanden voor ieder wat wils!
De Canarische Eilanden
De Canarische Eilanden zijn een bijzondere bestemming, omdat het hier altijd warm is. Hierdoor kun je het hele jaar door aan het strand liggen bakken en van het leven genieten terwijl je de vitamine D opslurpt. Het speciale aan de stranden van de Canarische Eilanden is dat het meestal vulkanisch gesteente is. Op veel van de eilanden vind je daarom ook veel zwart zand. Van Lanzarote en Fuerteventura tot aan El Hierro: Op deze eilanden heb je ontiegelijk veel strandplezier.
We hebben de hele Spaanse kust ontdekt, van de drukkere Catalaanse badplaatsen tot aan de idyllische stranden op de Balearen. Welke costa ga jij deze zomer bezoeken?
Meer Spanje-informatie? Check de Flamencoland-pagina uit op mijn website voor de nieuwste blogs, Reisadvies op Maat of een taalles Spaans.
