Menu Sluiten

Kaaskop danst de flamenco

Het ‘pure Spanje’ zoals je die in menig souvenirwinkel ziet liggen, is voornamelijk terug te vinden in het Spaanse Andalusië. Met steden als Sevilla, Córdoba, Málaga en Jerez word je altijd hartelijk ontvangen en ook uitgenodigd om mee te dansen met verschillende flamencoartiesten of de heerlijkste tapas te proeven in de vele tavernas. Andalusiërs worden door de rest van Spanje vaak getypeerd als het zigeunervolk met een onverstaanbare vorm van praten en hebben een vermogen om elke dag de langste siestas te houden. In Spaanse films en series is het daarom ook hilarisch om te kijken naar die typering van Andalusië, waarin vaak de tegenoverstelling tussen noord en zuid de rode draad vormen.

Een televisieserie die ik je kan aanraden, is Allí Abajo, waarin een norse Bask verstrikt raakt in het Andalusische Sevilla; Hij moet maar eens aan die luidruchtige en open Andalusiërs zien te wennen en het is onwijs grappig om die twee verschillende werelden bij elkaar zien te komen. Het is de perfecte manier om je alvast klaar te stomen op een reis naar Andalusië. Met Belgian Sports Holidays stappen we deze week weer heerlijk op de fiets. We houden wel een iets ander tempo aan, want we rijden op het ritme van de flamenco. Wel lastig! Om precies te snappen op welk ritme we moeten trappen, is het handig om wat meer over de flamenco te leren. Ook zal ik dit blog afsluiten met een aantal tips om zelf de flamenco mee te kunnen maken op je volgende reis door Andalusië. ¡Nos vamos!

Laten we beginnen met de basics van flamenco. Kenmerkend voor de flamenco zijn de Arabisch-aandoende klanken. Met name de Spaanse comunidad Andalusië is lange tijd bevolkt geweest door de Moren en deze volkeren hebben invloed gehad op de Andalusische cultuur. In combinatie met het relatief ander gesproken Spaans in Andalusië doet de flamencozang soms heel onverstaanbaar aan. Tip: doe alsof de helft van de letters van Spaanse woorden niet bestaan en voeg de letter ‘h’ toe wanneer het je uitkomt: “Ha(s)t(a) l(u)ego, bue(n) día”.

Flamenco is een uitbundige dans- en muziekcultuur op het sterke ritme binnen het twaalftelsysteem. De basis van de flamenco wordt gevormd door de cante flamenco (zang). Deze wordt vaak begeleid met een ritmisch geklop. Dat kan door met je knokkels op tafel te kloppen (golpear), met een stok op de grond te tikken (cano roto), met je vingers te knippen (pitas) of met je handen te klappen (palmas). Tijdens een flamencovoorstelling wordt ook vaak gevraagd aan het publiek om te participeren. Als ze je dan vragen om mee te klappen op het ritme van de flamenco merk je al snel dat het ontiegelijk lastig is. Dus goed oefenen alvast! Tegenwoordig wordt de cante flamenco begeleid door de Spaanse gitaar, een cajón (muziekdoos) of een tinaja (vaas).

Naast de vele instrumenten (inclusief dus je eigen lichaam) wordt de cante flamenco begeleid door de flamencodans: baile flamenco. Deze dansstijl wordt gekenmerkt door een krachtige gratie en ingewikkelde handbewegingen en voetenwerk (taconeo). Ik herinner me nog dat ik tijdens mijn Spaans klassen op de middelbare school flamencoles kreeg. Leuk! Maar vooral lastig! Vooral als je gewend bent om in de kroeg heel anders te dansen op de liedjes van John de Bever… Ik ben benieuwd of jij de sterren van de hemel danst tijdens je rondrit door Andalusië.

Wat ik heel interessant vind aan de baile flamenco en cante flamenco is dat het nooit wordt genoteerd. De wortels van de flamenco zijn daardoor ook niet bekend, omdat deze cultuurvorm voornamelijk mondeling werd doorgegeven. Waarom dan? Tot aan de eerste helft van de twintigste eeuw waren heel veel Spanjaarden nog analfabeet. Men verwacht wel dat de (officiële) flamenco rond de tweede helft van de negentiende eeuw is ontstaan. De oude volkeren – met name de zigeuners (gitanos) in Andalusië – hebben de eeuwen ervoor de bouwstenen voor de huidige flamenco gelegd. Er komt dus veel geschiedenis aan te pas.

Laten we nog een paar woorden uit de flamenco erbij halen, want we zijn nu toch op dreef. Als je een reclametekst tegenkomt over een flamencovoorstelling en er wordt ‘duende’ genoemd, zal je bezoek aan die voorstelling wel degelijk een moment van collectieve betovering worden. Dat is in ieder geval wat het woord betekent. De voorstelling resulteert in een emotionele ontlading, een magisch moment, en dat kan ook niet anders dan bij zo’n intense muziek- en dansvorm als flamenco. Je hoeft er dus niet eens voor naar de Efteling te gaan, want ook in Andalusië word je dus zeker betoverd.

Zeker als de flamencostijl heel ‘jondo’ (diep) gaat, kun je verwachten dat de flamencodansers en zangers veel diepgang in hun zang en dans kunnen leggen. Als je een keer wilt participeren in de flamenco is het ook leuk om een ‘Quejío’ te doen. Het betekent letterlijk ‘gejammer’ en is een klaaglijke zang zonder tekst. Je zult het vast wel begrijpen als ik deze tekst introduceer: “Ayayay”. Het zorgt voor een inleiding van een cante, het uitrekken van een stuk tekst of voor het creëren van extra drama. Kim Kardashian zou een prima flamencozangeres zijn als het om het laatste gaat. Wist je ook dat het woord ‘Olé’ van de flamencocultuur afstamt? Het is de bekendste aanmoedigingskreet tijdens een flamencovoorstelling. In plaats van het klappen als publiek kun je dus ook met z’n allen ‘olé’ roepen. Dit stamt van het Arabische ‘wallah’ (bij Allah) en betekent zowel ‘bravo’, ‘mijn hemel’, ‘gelijk heb je’ of ‘ik heb het ontzettend naar mijn zin’. ¡Olé, olé, olé!

Als je de flamencocultuur tijdens je reis wilt ervaren, is het handig om te weten waar en wanneer je dat precies kunt doen. Ik zal je een aantal tips geven om je rondrit door Andalusië zo ritmisch mogelijk te maken. Zo kun je aan het einde van je rondrit met Belgian Sports Holidays gemakkelijk op het twaalftelsysteem trappen. In de Andalusische hoofdstad Sevilla wordt vaak beweerd dat het de standplaats is van de flamenco. Vooral de Sevilliaanse wijk Triana wordt gezien als de geboorteplaats van de Spaanse dans- en muziekvorm flamenco. Het is leuk om tijdens je bezoek zeker eens door deze wijk te lopen en de zigeunercultuur op te snuiven. Vooral tijdens de bekende ferias kleden de Andalusiërs zich in de welbefaamde flamencojurken en word je omringt door de Andalusische cultuur.

Ik raad je ook aan om het Museo del Baile Flamenco te bezoeken. Hier leer je alles over de kunsten van de flamenco en dit museum ligt op zo’n tien minuutjes lopen van de Kathedraal van Sevilla. Zelf zou ik je ook willen aanraden om eens te koekeloeren in de stad Granada. In de berggrotten van Sacromonte heb ik hier tweemaal een flamencovoorstelling bezocht. Je wordt er met een busje naartoe gereden en zit met een twintigtal toeristen in een kleine ruimte te genieten van de flamencomuziek (inclusief een lekkere versnapering). Ook tijdens de rondrit door de provincie Cádiz kun je je baden in de flamencocultuur. El Barrio de Santiago (in Jérez) is een buurt dat de flamenco typeert. Hier kun je nog dagelijks de flamencomuziek -en dans in je opnemen. In de andere buurt San Miguel zijn bekende flamenco zangers en zangeressen geboren. Je treedt in de voetsporen van Lola Flores en Manuel “El Carbonero”. Jerez is daardoor een perfecte plek om je te verdiepen in misschien wel de belangrijkste cultuur van Spanje.

Waar en wanneer je dan ook Andalusië bezoekt, de Andalusische flamenco cultuur komt zeker binnen in al je zintuigen. De prachtige (onverstaanbare) zang treedt binnen in je gehoororganen, de excentrieke bewegingen van de flamencodanser(es) valt met veel dynamiek op je netvlies en de ritmes van de muziek en het geklap laten heel je lichaam doen trillen. In combinatie met een heerlijk rood wijntje zie ik wel in dat deze traditie nog steeds in leven wordt gehouden door de vele dansers en zangers. Lijkt het jou wat om ook op het twaalftelsysteem van de flamenco te trappen? Check dan deze link uit!

Tot volgende week, ¡olé!

Geplaatst in Europa, Flamencoland-Pagina, Gastronomie & Feesten

Misschien is dit ook iets voor jou?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *