Als je Spanje binnenkomt met de auto, de bus of te voet dan ontkom je er niet aan om de gigantische bergmassa van de Pyreneeën te betreden. Zelfs vanuit het vliegtuig laat het berglandschap een indrukwekkend reliëf achter op onze Moeder Aarde. Dit blog is het startpunt van onze Ruta Tarragona. Banjerend door de bergen ontdekken we de grootste geheimen van de Spaanse Pyreneeën en bezoeken we de schattigste dorpjes die tegen de bergflanken zijn gebouwd. Zolang je maar geen last van hoogtevrees krijgt. Lees je mee?
De Pyreneeën zijn één van de bekendste berggebieden op ons Europese vasteland waar je kunt wandelen, bergklimmen en zwemmen in een enorm gevarieerd landschap: Besneeuwde bergtoppen, diep uitgesneden kloven, glasheldere bergmeertjes en kletterende watervallen bepalen hier de omgeving. De Pyreneeën lopen zo’n 400 kilometers vanuit de Golf van Biskaje (Baskenland) tot aan de Middellandse zee (De Catalaanse provincies Lleida & Gerona). Sommige toppen rijzen tot wel 3 kilometer hoog de lucht in waardoor je op sommige plekken perfect kunt skiën. Daarnaast is het natuurtoerisme hier helemaal toepasselijk, want in alle Nationaal Parken, natuurparken en beschermde reservaten is er genoeg plek voor mens, dier en sportactiviteiten. Daar bovenop komt dat er genoeg is om te eten, want de Pyreneese keuken zit vol met ingrediënten als kazen, wild vlees en paddestoelen.
Op pelgrimstocht door de Spaanse Pyreneeën
Het is niet voor niets dat veel schrijvers en dichters geïnspireerd raken door de Pyreneeën, want zodra je een wandeling maakt door de Catalaanse berglandschappen kijk je je ogen uit. Voor de echte diehard-wandelaars raad ik je aan om het langeafstandswandelpad GR 11 te bewandelen. Met een totale lengte van 800 kilometer ben je zeker volledig afgetraind na je ‘wandelingetje’. Die conditie stijgt naar het plafond! Je kunt er ook voor kiezen om delen van de wandeling te bewandelen, zoals een deel dat loopt door het natuurpark Cap de Creus of het Garrotxa Natural Park. De hele route wordt in ieder geval bestempeld als één van de beste trektochten ter wereld waar je je door verschillende landschappen banjert vol natuur, historie en cultuur. Mij zie je het persoonlijk niet doen, want ik vind het trainen voor de Halve Marathon van Eindhoven al overdreven moeilijk. Laat staan dat ik mijn kuiten elke 20 kilometer van de GR 11 moet uitrekken en de blarenpleisters in bulk in moet kopen bij de plaatselijke Mercadona. Laten we dus een aantal alternatieven bekijken die géén 100 kilometer lang zijn, máár wel net zo mooi.
Een voorbeeld van een minder lange trektocht is om een huttentocht te organiseren. Want in de Catalaanse Pyreneeën vind je tal van mooie en authentieke berghutten met eenvoudig sanitair, maar avondmaaltijden in overvloed. Kies een aantal berghutten uit op Tripadvisor en stippel een route langs de ruige bergpaden op je eigen kaart. Deze bergpaden zijn vaak ook te bewandelen voor mensen met een lichamelijke beperking of een snelle aanleg tot het creëren van blaren (waarbij ikzelf). En hoe romantisch of avontuurlijk is het om in het midden van de Pyreneeën in een berghut te slapen? Ik zeg volmondig ja! Als je toch géén trekker bent (niet doordenken), raad ik je aan om lekker met de auto de boel te verkennen en af en toe op de mooiste plekken uit te stappen. De Pyreneeën zijn namelijk ‘maar’ een uur rijden verwijderd van steden als Lleida, Barcelona en Gerona. Ook vanuit Frankrijk kun je de Pyreneeën gemakkelijk bezoeken, zoals vanuit de stad Toulouse.
Het Catalaanse stadje La Pobla de Segur wordt in ieder geval bestempeld als de toegangspoort naar het enige Nationale Park van Catalonië: Parque Nacional Aigüestortes i Estany de Sant Maurici. Ik ben onlangs Catalaans aan het leren maar ik verbaas me telkens weer over de lange namen van steden, bergen en nationaal parken. Nu ik even heb ademgehaald kunnen we weer verder. Vanuit Pobla de Segur verkennen we het indrukwekkende hooggebergtelandschap van het Nationaal Park met bergen als de Montardo, Besiberri en Camaloforno. Hier ligt ook één van de hoogste bergen van het park (Montsent de Pillars: 2883 meter) en die kun je bezoeken als je via de N260 door de Vall Fosca rijdt. Een waanzinnig uitzicht heb je vanaf hier. De gigantische bergen wisselen zich af met bergdennen, zilversparren en andere bomen die ik ooit had moeten leren voor mijn tentamens in Wageningen. Hier zie je ook veel diertjes als gemzen, auerhoenen, marmotten en lammergieren. Ik heb zelf echt geen idee hoe deze dieren eruit zouden moeten zien, dus ik moet binnenkort maar eens met mijn verrekijker de Pyreneeën in trekken. Daarnaast loop je op prachtige bergpaden en zie je hopelijk een herder met zijn kudde schapen over de weilanden trekken.
Ook de vallei Vall de Boí is een magische plaats midden in de Spaanse Pyreneeën op de grens met de Spaanse autonome provincie Aragón. De bergweiden worden omringd door heldere beekjes en sprookjesachtige bergdorpjes. Die bergdorpjes zien naast sprookjesachtig er ook een beetje spookachtig uit, maar wie houdt nou niet van een beetje spanning op vakantie? Je gaat niet voor niets vrijwillig op 3 kilometer hoogte je leven riskeren omdat het zó veilig is, toch? Elk dorpje in de Spaanse Pyreneeën heeft tenminste één opvallende kerk die dateert uit de jaren 1100-1200, dus aan historie geen gebrek. Door de belangrijke pelgrimsroutes die door de Spaanse Pyreneeën liepen, zoals die richting Santiago de Compostella vanuit Frankrijk, verspreidden de grijze stenen architectuur en bergcultuur al snel door de regio. Let er wel op dat de pelgrimpaden nog steeds niet zijn veranderd in snelwegen, dus ik wens je alvast veel succes met je autorit door de Vallei van Boí.
Verder is vooral de vallei Valle d’Aran een bekende plek om te bezoeken tijdens je rondreis door de Pyreneeën. Met zijn glasheldere bergmeren en spectaculaire landschappen is het Nationaal Park zeker een waterparadijs op onze aardbol. Het Estany de Sant Maurici (deel van de naam van het Nationaal Park) is een groot idyllisch meer aan de oostelijke zijde van het park. Doordat het door de bergen wordt omringd, is het meer een fantastische plek om helemaal tot jezelf te komen en te contempleren over je leven. Je kunt natuurlijk ook gewoon even snel een #instapicca schieten of een TikTok dansje doen. De jeugd van tegenwoordig. Bezoek ook zeker het levendige plaatsje Viellha waar je door een klein oud centrum kunt struinen en een aantal gezellige restaurantjes kunt bezoeken. Hieromheen zijn veel verschillende bergdorpjes te bezoeken.
Op water(én ski-)pret in de Pyreneeën
Zoals we al hadden gelezen, zitten de Pyreneeën vol met verschillende prachtige watervallen, meertjes en stromende beekjes. We kunnen er wel vrolijk langswandelen als de innerlijke pelgrims die we zijn, maar ik zou je ook willen aanraden eens gek te doen en een duik te nemen in bijvoorbeeld het gigantische Estany de Sant Maurici. Maar ik ben Kaaskop Abroad niet als ik jullie niet meerdere alternatieven aanbiedt;
We bezoeken eerst even een kasteelruïne in de stad Sort, voordat we een frisse duik gaan nemen. Dit was ooit het woondomein van de graven van Pallars. Vanuit hier kun je veel verschillende buitensportactiviteiten ondernemen in de omgeving en het wildwaterkanoën is hier zelfs ‘de Europese #1’ om deze sport te beoefenen. Iets ten zuiden van Sort ligt een prachtige vallei – de Valle del Noguera Pallaresa. Alwéér een wildwaterparadijs, het houdt niet op; Maar hier is het wildwaterkanoën niet zozeer dé activiteit die je moet beoefenen, maar het wildwaterraften. Raften staat eerlijk gezegd al zo lang op mijn bucketlist, dus ik word al helemaal wild om dit op te schrijven en met jullie te delen. Is er nog een echte raaskalker die met me mee wilt raften? Door de vallei stroomt de krachtigste rivier van de Pyreneeën – de Noguera Pallaresa – waar vroeger boomstammen naar de zaagmolens in La Poble de Segur werden gestuurd per rivier. Perfect voor een spannende rafttocht door de bergen.
Kajak je toch liever? Bezoek dan zeker de spectaculaire Congost de Mont-rebei in de Catalaanse Pyreneeën. Het azuurblauwe water contrasteert als een malle met de gigantische kloof waar je doorheen kunt paddelen. We sluiten onze watertoer door de Pyreneeën af met een bezoek aan de prachtige watervallen van Aigüestortes en drijven nog even in het meer Estany Negre.
Tijdens mijn scheikundelessen heb ik heel goed opgelet (leugen) en weet ik toevallig dat water bij bepaalde temperaturen kan veranderen in sneeuw en ijzel. En ik hou van skiën, dus we hebben nu twee feitjes die ultiem bij elkaar komen in de bergtoppen van de Pyreneeën.
Het hoogste skioord van de Pyreneeën is Boi-Taul midden in de vallei Val de Boí. Maar niks kan tegen het Catalaanse skigebied Baquiera-Beret op aan de grens van Frankrijk midden in het Val d’Aran. Met zijn 100 pistes en meer dan de 150 kilometer aan begaanbare sneeuwbanen is het zeker één van de beste skigebieden op het Iberisch schiereiland. Ik heb er nooit geskied, alleen in de Sierra Nevada, maar als ik al een beetje op Youtube koekeloer, voel ik de sneeuwvlokjes al in mijn maag kriebelen. Je kunt er met de hondenslee op pad, in een door-een-paard-getrokken-koets je laten vervoeren door het dorpje, heli-skiën, normaal skiën of heerlijke sneeuwwandelingen maken. Wist je ook dat er beren wonen in dit berggebied? Brul! Brul!
Dus, in één zin: In de Spaanse Pyreneeën kun je skiën, raften, wandelen en pelgrimstochten afleggen binnen één van de mooiste natuurlijke gebieden van Europa vol cultuur, historie en prachtige landschappen. Wat is dit een heerlijke aftrap langs de Ruta Tarragona. Zie ik je in het volgende blog als we Gerona en een wel heel bekende Spaanse schilder bezoeken? ¡Hasta la próxima!
